Klik hier om een filmpje over ISDN te bekijken                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    

Snelheid - ISDN-2 - ISDN-30 - Bedrading - ISDN-bedrading - Elektronische snelweg via ADSL - Analooglijn - Modems - Functies

 

Nog geen vijf jaar geleden was het nog een handjevol techneuten en computerfreaks die het "leven online" beleefden, tegenwoordig heeft zelfs de snackbar op de hoek een eigen internet-site.

Snelheid

Dat deze gigantische groei een evenzo gigantische filevorming op de electronische snelweg veroorzaakt (de telefoonlijnen raken overbelast) lijkt logisch maar is allerminst wenselijk. Met ISDN zal een groot deel van deze filevorming tot het verleden gaan behoren.

ISDN is een afkorting voor het engelse "Integrated Services Digital Network". Wij zouden in het nederlands zeggen: "volledig gebruiksklaar digitaal netwerk".

Bij een ISDN-aansluiting (heb je 2 varianten, ISDN-2 en ISDN-30. Bij een ISDN-aansluiting spreekt men niet meer van 'netlijnen' maar van 'communicatie- en signalerings-
kanalen'. Men spreekt van communicatiekanalen omdat ISDN de integratie van alle huidige vormen van communicatie (spraak, tekst, data en beeld) biedt. De communicatiekanalen worden B-kanalen genoemd en de signaleringskanalen worden D-kanalen genoemd. Met ISDN-2 heb je 2 communicatiekanalen en met ISDN-30 heb je 30 communicatiekanalen tot je beschikking. De signaleringskanalen regelen de communicatie over de communicatiekanalen. Het signaleringskanaal is voor een ISDN-2 aansluiting 16 kbit/sec. Voor een ISDN-30 aansluiting is dat 64 kbit/sec. Het aantal kanalen geeft aan hoeveel randapparaten er tegelijkertijd gebruikt kunnen worden. Er kunnen meer randapparaten worden aangesloten die ieder een eigen oproepnummer krijgen (MSN-nummer).

ISDN-2

ISDN-2, ook wel ISDN 2B+D of BRI=Basic Rate Interface genoemd, is ontwikkeld om zoveel mogelijk data door de bestaande koperkabels van het telefoonnet te transporteren. Met BRI wordt bedoeld dat hiermee de totale databandbreedte benut kan worden; dus zowel hoge als lage frequenties door dezelfde draden. De maximale datastroom is 160 kbit/sec. De telefoonmaatschappijen hebben afgesproken om 2 B-kanalen van 64 kbit/sec voor de communicatie en één D-kanaal van 16 kbit/sec voor de signalering &emdash;zeg maar contrôle&emdash; te gebruiken. Voor de totale communicatie wordt 144 kbit/sec gebruikt (64+64+16). De marge die overblijft wordt gebruikt voor diverse ondersteunende taken zoals foutcontrole.

Iedere gebruiker van het ISDN-telefoonnet heeft standaard twee lijnen ter beschikking; 2 communicatiekanalen van 64 kbit per seconde en een signaleringskanaal van 16 kbit per seconde. Dit houdt in dat men in feite over 2 lijnen (communicatiekanalen) beschikt. Dat is vooral gemakkelijk als je bijvoorbeeld wilt "internetten". Met een analoge, enkele lijn ben je tijdens het internetten niet bereikbaar; met ISDN dus wel. Deze 2 lijnen kunnen tegelijkertijd worden gebruikt. Over de beide B-kanalen wordt dan de data verstuurd en het D-kanaal wordt dan voor besturingssignalen en aanvullende diensten gebruikt. De communicatiekanalen kunnen ook gecombineerd worden tot één kanaal van 128 kbit per seconde. De gegevens worden dan evenredig over de beide B-kanalen verdeeld. Het delen van de data over 2 kanalen noemt men load-sharing. Vooral kleinere bedrijfjes, die toch snel data willen overzenden maken gebruik van deze mogelijkheid. Denk maar eens aan advertentiebureaus en drukkerijtjes die hun bestanden willen overzenden.

Dit plaatje geeft globaal de aansluitingen van ISDN-2 weer. Geheel links bevindt zich het PTT netwerk. Er wordt een Network Termination 1 kastje (NT1) op de plaats van de huidige telefoonaansluiting geplaatst. De randapparatuur kan op verschillende manieren op de NT1 worden aangesloten.

Bij een ISDN-2 aansluiting kunnen er maximaal 8 apparaten worden aangesloten. Er kunnen 2 apparaten tegelijkertijd worden gebruikt. Alle apparaten kunnen een eigen nummer krijgen en zijn apart in het telefoonboek te vermelden.

ISDN-30

ISDN-30, ook wel ISDN 30B+D of PRI=Primary Rate Interface genoemd, biedt de gebruiker maar liefst 30 communicatiekanalen(=lijnen) van 64 kbit per seconde en een signaleringskanaal van 64 kbit per seconde zoals op de volgende tekening te zien is:

 

ISDN-30 wordt gebruikt om een snelle dataverbinding op te bouwen voor o.a. grote computersystemen, om bedrijfstelefooncentrales op het telefoon-netwerk aan te sluiten of om verbindingen te leggen tussen meerdere bedrijfstelefooncentrales. Een ISDN-30 verbinding gaat meestal over 2 koperdraden. Eigenlijk moet je hier over een 2 x 2 Mbit/sec-verbinding spreken omdat er altijd een full-duplex verbinding is met verkeer in beide richtingen, dus 1 heen en 1 terug dat is samen 2 (=duplex). Soms worden er glasvezelkabels gebruikt in plaats van koperkabels. Er zitten onderweg (om de 1 of 2 km) zogenaamde regeneratoren om het bitsignaal te verversen (=versterken).

Nieuwer is het gebruik van zogenaamde HDSL-modems. Daarbij gaat het 2 Mbit/sec-signaal over 3 dubbeladers. Het signaal wordt gemultiplexed c.q. gedemultiplexed (als het ware tegelijk heen en terug gestuurd) en verdeeld over deze 3 dubbeladers.

een S-Bus = een telefoonlijn

Er hoeft dan minder geregenereerd te worden. Over dezelfde 3 dubbeladers gaan de signalen zowel heen als terug. De zendsignalen gaan dus dwars door elkaar. De ontvangstzijden (de 2 bellers) ontvangen dus het signaal van degene met wie gebeld wordt, maar ook van de eigen zijde. Dit laatste signaal is als het ware dus de 'echo' van het eigen zendsignaal. Aan de (beide) zendkanten wordt het eigen zendsignaal door een inverter geleid. Dit geïnverteerde signaal wordt net zo groot gemaakt als het eigen echosignaal. Deze worden in de 'canceler' (=afzetter) samengevoegd waardoor ze elkaar opheffen. Deze techniek heet "echocancellation" en wordt trouwens ook in analoge modems gebruikt.

Bedrading

Bij analoge apparatuur werd de benodigde spanning uit het telefoon-netwerk van PTT Telecom gehaald. Met ISDN is dat anders omdat er meer vermogen gevraagd wordt dan PTT Telecom zou kunnen leveren. De klant moet zelf de voeding voor de ISDN-apparatuur verzorgen. Dit wordt doorgaans op de volgende manier opgelost: op de plaats waar de ISDN-lijn binnenkomt wordt een noodzakelijke NT1-kastje geplaatst (Network Termination: zie tekening boven) die op de netspanning wordt aangesloten. Alle ISDN-telefoons betrekken nu hun benodigde spanning uit de NT1-kast. De oude, analoge toestellen herkennen geen diditaal signaal. Op de S-Bus (=de telefoonlijn) mogen maximaal 4 ISDN-telefoontoestellen aangesloten worden die alle 4 hun spanning uit de NT1 betrekken. Als je meer ISDN-telefoontoestellen wilt aansluiten moeten die een eigen voeding hebben. Overigens betrekken ISDN-centrales en 2a/b adapters (Moduvox/Duovox/Teles iTA, dat zijn omzetters naa analoge signalen, om zodoende de oude apparatuur, zoals telefoons, beantwoorders, faxen e.d. te kunnen blijven gebruiken) hun spanning niet uit de NT1 maar hebben een eigen voeding. Als je dus géén ISDN-telefoons hebt aangesloten hoef je de stekker van de NT1 niet in het stopkontakt te steken. Als de stroom uitvalt kunnen de toestellen niet werken. Aangeraden wordt daarom ook één van de 4 telefoontoestellen als 'noodtoestel' te gebruiken. Alleen dit toestel kan nog (beperkt) werken, door de spanning op de lijn vanuit de centrale. Als de netspanning wegvalt moet de NT1 nog minimaal 420 mWatt leveren. Met dit vermogen kan één ISDN noodstroom-apparaat nog net functioneel blijven.

ISDN-bedrading

Het ISDN-netwerk van PTT Telecom maakt voor een deel gebruik van glasvezelkabel. Het stukje tot de gebruiker gaat over 2 koperaders zoals dat ook bij analoge lijnen het geval was. Dat is dan ook de reden waarom er geen nieuwe bedrading aangelegd hoeft te worden. Toch is een ISDN-verbinding full-duplex (64kbps heen én terug tegelijkertijd). Je zou dus denken dat je 4 aders nodig hebt. Dat is niet zo, er wordt gebruik gemaakt van "echocancellation" . Daarbij wordt over één dubbelader voor zowel de heen- als de terugweg de hele bandbreedte gebruikt.

Het ISDN-netwerk gaat in huis wel over 4 aders. Er worden hiervan 2 aders voor zenden en ontvangen gebruikt. De andere aders worden, indien dit nodig is gebruikt voor stroomtoevoer.

Een speciaal soort kabel dat doorgaans voor ISDN wordt gebruikt is UTP, Unshielded Twisted Pair, een kabel die, zoals de naam al aangeeft niet volledig afgeschermd is en waarvan de draden onderling als het ware gevlochten zijn.

Elektronische snelweg via ADSL

"De capaciteit van digitaal transport over koperdraad kan dusdanig worden opgevoerd dat de elektronische snelweg nabij is."

Dit schreef CommunicationsWeek International onlangs.

In laboratoria van verschillende telecommaatschappijen en bij kleine ontwikkelbedrijven zijn hoge snelheden met transport van bits genoteerd over koperdraad. Met name de firma Orckit in Tel Aviv is ver gekomen. Nieuwe compressie-apparatuur draagt zorg voor deze hogere snelheden.

Orckit heeft over koper een snelheid bereikt van ruim 50 Megabit per seconde, wat ongekend is. In vergelijking met de circa 30 kilobit per seconde van de Internet-aansluitingen van providers op het PTT-telecomnet is dat een enorme verbetering. Ook de huidige standaard ISDN, de beoogde opvolger van telefonie voor aansluiting van woonhuizen, blijft met 128Kb/s ver achter bij de nieuwe uitvindingen. Die zijn gebaseerd op de technieken voor Digital Subscriber Loop (DSL). Na HDSL (tot 1,5 Mb/s) en ADSL (tot 8Mb/s)komt er nu dus een Breedband ADSL, dus goed voor volledig datatransport. Breedband ADSL perst 52Mb/s over de lijn, zij het over een afstand van slechts 240 meter. Er moet dus veel versleuteld worden in het telefoonnet.

Het nadeel van de gevonden technieken is dat die de grote snelheden slechts bereiken met éénrichtingsverkeer. Voor distributie van televisiesignalen is dat prima, maar niet voor tweeweg communicatie. (beller en gebelde persoon) Het telefoneren zou dan gaan lijken op ouderwetse Walkie-talkie communicatie. Zoals bijvoorbeeld:

	 "Hallo Jan, ik wil vanavond bij je komen is dat oké?........, over"
	&emdash;even schakelen&emdash;
	"Dat is oke......., over"
	&emdash;weer schakelen&emdash;
	"Tot vanavond dan......., over en sluiten."

De techniek was dan ook door het Israëlische bedrijf ontwikkeld voor distributie van "video-on-demand", een techniek die te vergelijken is met "pay-TV". De klant kan bij deze techniek kiezen welke film en zelfs wanneer die via de kabel wordt uitgezonden. Via pincodering, of zelfs via de afstandsbediening kan de film "binnengehaald" worden, zonder dat de buurman op zijn TV mee kan genieten. De snelheid van ADSL bleek zo hoog opgevoerd te kunnen worden dat met gemak 6 MB per seconde kon worden gehaald. Probleem is echter nog de versterking van het signaal. Om de 150 meter moet een versterker komen. PTT Research neemt in Nederland in zijn lab al geruime tijd proeven met ADSL en HDSL. (A staat voor Asymmetric en H voor High) Verwacht wordt dat in de loop van 1997 de eerste aansluitingen kunnen worden gerealiseerd. Toch moet men niet te vroeg juichen, immers de zwakste schakel bepaald de snelheid van het totale telefoonnet, en zeker wanneer het datatransport of internet betreft.

 

De aanleg van glasvezel tot aan alle woningen en bedrijven lijkt onnodig gezien de vorderingen met koper. Wel ligt er al enkele jaren een kilomerslange glasvezelkabel door Nederland, maar die verbindt alleen PTT-centrales aan elkaar. Glasvezel leggen naar iedere woning is praktisch onmogelijk.

PTT-telecom, die de hete adem van de concurrentie al in de nek voelde (o.a. van de kabeltelevisiemaatschappijen die immers al goede, snelle leidingen had van huis naar huis hebben lopen) is gelukkig met de nieuwe vindingen. PTT-telecom blijft hierdoor stevig marktleider. Met ADSL en ISDN is het immers simpelweg mogelijk om een rechtstreekse verbinding te maken tussen bijvoorbeeld lithograaf en drukker. Dat kan via de kabel nog lang niet.

Analooglijn

In het analoge tijdperk (maak dit uitstapje. als je terug wilt kun je "back" indrukken of www.worldaccess.nl/~evenboer/ISDN.html) maakte men voor datacommunicatie gebruik van modems. De bandbreedte van het openbare analoge telefoon-netwerk was beperkt tot het spraakgebied van 300 Hz tot 3400 Hz. In de analoge verbindingen waren onder andere analoge versterkers, transformatoren, schakelapparatuur en filters opgenomen. Omdat er alleen analoge verbindingen mogelijk waren had men een modem nodig voor het transporten van digitale informatie. De functie van het modem is het moduleren van de digitale signalen op een draaggolf. De pulserende gelijkspanning (digitale informatie) wordt dus omgezet naar een analoge wisselspanning (moduleren). Aan de ontvangstzijde wordt dit proces omgedraaid (de-moduleren).

Door groepen bits te combineren tot nieuwe elementen kan de capaciteit van het net vergroot worden. De maximale snelheid hangt af van de lijnkwaliteit en is ongeveer 33.6 kbps, momenteel de hoogste snelheid voor een computermodem. Doordat het hele telefoonnetwerk gedigitaliseerd is lijkt de tijd rijp voor een nieuwe techniek bij analoge modems. Deze techniek wordt de X2 of K56 Plus techniek genoemd. Dankzij deze techniek kunnen analoge modems een snelheid halen van 56 kbps. Deze techniek is alleen mogelijk doordat het telefoon-netwerk door de jaren heen gedigitaliseerd is.

modems

Met de nieuwe door Rockwell en US Robotics ontwikkelde technieken is het mogelijk om met een analoog modem een snelheid tot 56 kbps te halen. De snelheid van een ISDN-verbinding wordt daarmee bijna gehaald, zeker als men van een goede compressie gebruik maakt.

Rockwell en US Robotics maken van hetzelfde principe gebruik. Rockwell noemt deze techniek K56 Plus en US Robotics noemt deze techniek X2. Het is dan wel van belang dat de Internet-provider een digitale aansluiting op het telefoon-netwerk heeft. Dit is ook bijna altijd het geval aangezien de meeste Internet-providers een ISDN-30 aansluiting hebben. Ook nieuw is het softwaremodem dat door onder andere Motorola en PCtel op de markt is gebracht. Het modem maakt gebruik van de rekenkracht van de Power-PC of Pentiumprocessor en laat sommige van de modemfuncties (moduleren/de-moduleren, foutdetectie, foutcorrectie, datacompressie) aan deze processor over. Het modem doet wat mogelijkheden betreft niet onder voor een gewoon modem met data (33k6), fax en spraak

functies

Upstream: Hiermee wordt de verzonden data bedoeld. Bij het sturen van commando's of het uploaden van bestanden van je harddisk naar een server op Internet wordt upstream genoemd. Ook met K56 Plus wordt de upstream gemoduleerd zodat de maximale snelheid voor upstream dus, net als bij de analoge modems, 33.6 kbps is.

Downstream: Hiermee wordt de ontvangen data bedoeld. Bij het ontvangen van gegevens zoals hypertekst documenten, plaatjes of zip- of HQXbestanden ("ingepakte" , gecompresseerde bestanden) spreekt men dus van downstream. Met de nieuwe techniek wordt de door de Internet-provider verstuurde data niet meer gemoduleerd maar digitaal gecodeerd. De datastroom tussen de Internet-provider en de PTT centrale in de woonwijk is dus volledig digitaal.

 

Om van de K56 Plus techniek gebruik te kunnen maken moet de Internet-provider niet alleen een digitale verbinding met het Internet hebben (zoals ISDN) maar de apparatuur moet ook voor K56 Plus geschikt gemaakt worden. Dit is tevens de reden waarom deze techniek nooit eerder is toegepast. Het idee is niet nieuw, maar de mogelijkheden om de techniek toe te passen waren er niet omdat de meeste Internet-providers nog analoog op het telefoon-netwerk waren aangesloten. De Internet-provider moet tevens de K56 Plus techniek ondersteunen. De snelheid van 56 kbps geldt dus alleen voor binnenkomende data. Uitgaande data wordt met een snelheid tot 33,6 kbps verstuurd. Zoals je ziet is de gebruikte techniek niet symmetrisch (niet aan beide zijden van de telefoonlijn gelijk) en zijn er verschillende snelheden voor ontvangen en verzenden.

De grote vraag is of deze modems de toekomst hebben. Een feit is dat deze modems begin 1997 zijn verschenen. De eerste proeven wijzen er al op dat de snelheid van 56 kbps voorlopig nog niet gehaald zal worden met deze modems. De grote fabrikanten US Robotics en Rockwell zullen vechten om de leiderspositie en wilden daarom zo snel mogelijk hun produkt op de markt brengen. Het kan lang duren voordat er een standaard is, pas later zullen de Internet-providers de bestaande apparatuur moeten opwaarderen. Veel Internet-providers investeerden reeds in ISDN en hebben zich dus voorbereid op de digitale toekomst. Het gebruik van K56 Plus modems lijkt dan een stap terug.